‘We gaan terug naar de essentie van windenergie’

Wind vervult een essentiële functie in onze energievoorziening, daarover bestaat weinig twijfel. De aanleg van windturbineparken is echter complex en kostbaar. In sommige gevallen bieden vliegers hier een vindingrijk alternatief. Het Delftse Kitepower ontwikkelt vliegers die op een kostenefficiënte wijze windenergie opwekken. De motoren die deze vliegers aandrijven, worden geproduceerd door maxon. Johannes Peschel, CEO van Kitepower, en Francis De Wilde, accountmanager bij maxon, vertellen over hun samenwerking, de huidige toepassingen én de toekomstige potentie van dit fascinerende systeem.

Het potentieel van vliegers

Kitepower is in 2016 opgericht door leden van een onderzoeksgroep van de TU Delft, die eerder was opgericht door de bekende Nederlandse astronaut Wubbo Ockels. Het hoofdkantoor zit nog altijd in Delft, de testlocatie voor de vliegers bevindt zich in Ierland.

“Vliegers zijn het meest compacte en mobiele systeem ter wereld om windenergie mee op te wekken”, legt Peschel uit. Naast een vlieger bestaan de installaties van Kitepower namelijk enkel uit een grondstation in een container en een Kite Control Unit (KCU). De vliegers worden dan ook onder meer gebruikt op bouwterreinen, waar dieselgeneratoren vaak de enige mogelijkheid bieden om elektriciteit op te wekken. De installaties van Kitepower bieden daarvoor een alternatief dat net zo mobiel is, maar waarmee de vervuilende uitstoot van CO2 en stikstof sterk kan worden verminderd. Ook is er geen transport van brandstof meer nodig. “Kitepower vult zo de hiaten in de voorziening van windenergie”, aldus Peschel. 

In de toekomst wil het bedrijf on shore windenergieparken ontwikkelen op locaties waar de aanleg van conventionele windparken niet mogelijk is. Op de lange termijn biedt off shore windenergie daarnaast een groot potentieel. Vliegers kunnen namelijk energie opwekken op drijvende platforms, waarbij de diepte van de zee geen belemmering vormt, zoals dat bij de bouw van windmolens op zee wel het geval is. Uiteindelijk kan de prijs van vlieger-elektriciteit zakken naar slechts twee eurocent per kilowattuur, concludeert Peschel, omdat er zo weinig massa voor nodig is. “We gaan terug naar de essentie van het opwekken van windenergie, en de potentie daarvan is enorm.”

Een indrukwekkende motor

Al sinds de oprichting werkt Kitepower samen met maxon, dat de motoren van de KCU ontwikkelt die de vliegers aansturen wanneer deze in de lucht hangen. maxon is een Zwitsers bedrijf en heeft een vestiging in Enschede, met een eigen R&D team dat klanten ondersteunt bij de ontwikkeling. De producten onderscheiden zich door een hoge vermogensdichtheid en hoge precisie. De vier businessunits van maxon focussen op lucht- en ruimtevaart, medische technologie, industriële automatisering en mobiliteitsoplossingen.

Bij de zoektocht naar geschikte motoren heeft Kitepower diverse motoren getest. Niet elke motor is zomaar geschikt. De motoren van maxon onderscheiden zich vanwege hun formaat en robuustheid, vertelt Peschel: “De motoren zijn heel compact, maar ze drijven een vlieger aan die tonnen aan gewicht trekt. Dat is heel indrukwekkend om te zien.” De vliegers kunnen soms harde landingen maken, maar dat vormt voor de motoren geen enkel probleem. Daarnaast waardeert Peschel de service van maxon: het bedrijf blijft betrokken en biedt ook na de aankoop informatie en ondersteuning aan. Omdat maxon in Nederland ook een R&D-team heeft, zijn er over de technische as bovendien korte lijnen.

Enkele jaren geleden heeft maxon een nieuwe, volledig geïntegreerde motorcombinatie ontwikkeld. Daarmee zijn de aanpassingen die Kitepower eerder nog aan de motoren diende te doen, verleden tijd. maxon hielp Kitepower bij de integratie van de nieuwe motoren. “Ook voor maxon is het leerzaam om na de levering van onze motoren samen te blijven werken met onze klanten”, concludeert De Wilde: “Niet alleen leren we meer over hoe onze motoren ingezet kunnen worden, Kitepower biedt ons ook inspiratie om te werken aan interessante en maatschappelijk relevante projecten.”